Bèta

Bèta

De meerderheid van onze leerlingen, zowel de jongens als de meisjes, kiest voor een profiel met exacte vakken. Daar zijn wij trots op want techniek is leuk èn belangrijk voor de toekomst van onze
leerlingen en van onze maatschappij. In de eerste klas starten wij met het vak Bèta Techniek waar in elke les ontwerp, onderzoek en experimenteren centraal staan. Vanuit practica ontdekken leerlingen antwoorden op de vele vragen over de techniek in onze samenleving. Door de brede opzet van dit vak kunnen leerlingen ook kennismaken met Robotica en andere natuurwetenschappelijke onderwerpen. Daarnaast krijgen de leerlingen biologie, wiskunde en informatica, waarin onder meer programmeren en de werking van elektrische apparaten aan de orde komen. Vanaf het tweede jaar komt daar natuurkunde bij. In het derde jaar maken de leerlingen kennis met hoe alle stoffen om ons heen zijn opgebouwd en gemaakt in het vak scheikunde. Door al vroeg te starten met practica ontwikkelen de leerlingen

hun onderzoeksvaardigheden.

Bij alle vakken ontwikkelen de docenten aanvullend materiaal om leerlingen te prikkelen zichzelf te overstijgen. Bij natuurkunde wordt het materiaal voor een groot deel door de docenten zelf ontwikkeld. Dat betekent actueel en boeiend materiaal waar niet alleen de stof die verplicht is behandeld wordt, maar ook onderwerpen waar de persoonlijke passie van de docenten zelf ligt.

Bij Biologie is er in de tweede klas naast het reguliere curriculum een uitgebreid aanbod van preventieve voorlichtingsprogramma’s om leerlingen bewust te maken van effecten van het gebruik van middelen op hun lichaam en

geest. Ook de ontwikkeling van de seksualiteit van adolescenten en alle vragen die zich voordoen in deze fase van hun leven, passeren de revue. Wij koesteren de sfeer waarbij een ieder zichzelf mag zijn, tolerantie is daarom net als bij alle andere vakken een belangrijk onderwerp. Vaak worden externe instanties uitgenodigd om voorlichting te geven.

In de eerste drie klassen wordt bij wiskunde een breed scala aan onderwerpen behandeld. Zodoende wordt een stevige basis gelegd voor de bovenbouw. De aangeleerde vaardigheden worden niet alleen bij wiskunde gebruikt maar komen natuurlijk ook bij andere vakken van pas. In de onderbouw doen de leerlingen mee met de Kangoeroewedstrijd. De Kangoeroewedstrijd heeft als doel leerlingen te laten ervaren dat wiskunde heel leuk en uitdagend kan zijn, voor iedereen op zijn eigen niveau. Net zoals je met gymnastiek en sport je spieren traint, zo kun je je grijze cellen in conditie houden met de hersengymnastiek van wiskunde. In de loop van de derde klas wordt een keuze gemaakt tussen vier pakketten wiskunde; deze pakketten zijn (van licht naar zwaar): wiskunde C, wiskunde A, wiskunde B, wiskunde B plus D. In het laatste deel van het derde leerjaar worden de leerlingen voorbereid op deze keuze.